De stiletto slang , voorheen ; moladder
Latijnse naam ; Atractaspis bibronii
Een slang die op vele ongevaarlijke slangen lijkt (bijvoorbeeld Lamprophis fuliginosus), maar wel zeer giftig is.
Vooral in de zomermaanden veroorzaken deze dieren veel beetgevallen.
De naam molslang is niet voor niets ; deze dieren leven voornamelijk onder de grond, jagend op andere slangen en hagedissen.
Overdags komen ze zelden boven de grond, maar in de vroege vooravond pakken ze nog even wat warmte mee en als het
geregend heeft is dat zowel prettig als drinkvoorziening als afspoelen van eventuele parasieten.
Jagen doen ze onder de grond en daar zijn ze uitstekend (letterlijk) voor uitgerust met onafhankelijk bewegende giftandendie
ook zijwaarts gericht kunnen worden.
De beperkte ruimte onder de grond maakt het openen van de bek vrijwel onmogelijk en daarom zijn deze dieren zelfs beperkt bij het openen van de bek.
Om die reden hebben ze een veel beweeglijker nek , waardoor ze de kop kunnen draaien, een tand opzij kunnen gooien en in plaats van bijten,
PRIKKEN of steken ze als het ware met de relatief lange giftand(en).
Oppakken achter de kop van deze dieren is daarmee zo goed als onmogelijk!
Een beet van deze soort is daarmee potentieel dodelijk , het sterkte cytotoxine veroorzaakt daarnaast enorme zwelling , (druk)pijn , blaarvorming
en vaak ook necrose (huidafterf).
Vanwege het gebrek aan werkzaam anti-serum , wordt vaak algesie aangepakt (pijn bestrijding) , rehydratatie (doorspoelen met veel vocht),
verder wordt een afwachtende houding t.o.v. eventuele necrose toegepast omdat vroegtijdige operatieve ingrepen vaak negatief uitpakken.
Wel blijkt vroegtijdige toediening van anti-biotica op de langere termijn hulpvol bij de genezing die pas later in gang wordt gezet!
Het lichaam en de buik kunnen dezelfde donkerbruine tot zwartachtige kleur hebben, maar in veel gebieden is het lichaam bruin tot zwartachtig
en de buik lichtgekleurd creme of wit.
Bij dreiging zullen ze lettelijk de kop in het zand steken, vaak vormen ze dan een halve boog of slaan zenuwachtig rond met het gehele lichaam.
Deze dieren hebben een erg korte staart, waar een punt aan zit die ze in noodgeval zullen gebruiken om los te komen door te steken met enige kracht,
waardoor het idee ontstaat dat er aan twee kanten gebeten wordt.
De lengte van deze dieren is betrekkelijk kort , vaak ongeveer 50 cm , maar zelden langer dan 70 cm , waardoor ze vaak worden aangezien als jonge dieren.
Omdat veel mensen denken dat jonge dieren niet gevaarlijk zijn, komen er juist veel beten voor.
