Juni 2016 - Hagedisslang

Nederlandse naam: Hagedisslang

Engelse naam: Monpelliersnake

Latijnse naam: Malpolon monspessulanus

Herkomst: Zuid-Europa, noordelijk Afrika, west Azië.

De hagedisslang is een tot 150 cm tot 200 cm lange slanke slang, opmerkelijk is dat de mannetjes groter worden dan de vrouwtjes , wat vrij uniek is in de slangen wereld waar de vrouwen over het algemeen een stuk groter en langer worden dan de mannen.

De slangen zijn slank gebouwd en hebben een vrij grote kop met boven de ogen een uitsteeksel die een 'frons' genoemd word.
De kleuren variëren van beige tot bruin en grijs, de lichtere exemplaren hebben vaak nog zwarte stippen over het lijf heen.

De hagedisslang is een gifslang met twee zeer kleine tanden achter in de bek.
Het gif is niet heel sterk maar kan wel voor irritatie en zwellingen zorgen.
De dieren zijn echter zeer schuw, en met het slanke lange lichaam zijn de dieren zeer snel waardoor een confrontatie met de mens vrijwel is uitgesloten.

Deze dieren leven graag tussen struiken en rots gebieden langs de mediterrane kusten maar zullen ook in binnenlanden te vinden zijn.

De naam hagedisslang dankt het dier aan het favoriete hapje van de slangen wat hagedissen zijn.
Omdat het dier op koudbloedige prooien jaagt heeft de slang een prima zicht.
Op zoek naar voedsel steekt de slang de kop als een telescoop boven het gras uit op zoek naar zonnende prooien.
De slang gaat na het zien van een prooi zachtjes en geruisloos op de prooi af, de nietsvermoedende zonnende hagedis word met een bliksem aanval gegrepen. Door kauwend het gif in de prooi te injecteren zal de prooi snel sterven en in zijn geheel worden opgegeten.

Het is een beschermde diersoort en in gevangenschap is het dier ook niet goed te houden vanwege het schuwe en nerveuze karakter maar ook door de behoefte om rond te trekken , de hagedisslang blijft zelden op een plek.